De adamsappel is meteen een vergezochte vergelijking. Het gaat er namelijk niet om dat het uitstekende botje eruitziet als een appel, maar als een ingeslikt stukje appel – en wel het stukje dat Adam nam van de verboden vrucht (appel). En oogappel? Dat verwijst dan weer naar het ronde, gekleurde deel van het regenboogvlies; de link met een waardevol bezit blijft vaag. Logischer zijn het bloemkooloor en de aardappelneus, waarbij de vergelijking, helaas voor de bezitters, niet te missen is.
Ook verwijzingen naar de tuin mogen natuurlijk niet ontbreken. Een boom van een vent is natuurlijk zo groot als een boom. Een struikrover rooft geen struiken, wel vanuit struiken: onverwacht en vanuit een hinderlaag. Maar waar komt de benaming roos vandaan voor de huidschilfers op je hoofd? Een zoektocht op internet leert dat ook die verwijzing logischer is wellicht gedacht. De schilfers zelf lijken namelijk niet op de bloem, maar de kleur die je huid krijgt vanwege de huidirritatie wél.
Natuurlijk zijn er nog diverse andere samenstellingen, denk aan sporten (tennisarm, boksersneus), voeding (bierbuik, speknek) en dieren (muisarm, kippenvel). Nog eentje dan: bofkont. Volgens de Dikke van Dale komt dit van bofkonten, een spel waarbij twee jongens een derde optillen bij zijn armen en benen en zachtjes met zijn kont op de grond laten bonken. Vergezocht? Ach, een kniesoor die daarop let …