In mijn optiek zijn er drie mogelijke ‘uitspraak’-problemen. Zo heb je bijvoorbeeld tongbrekers, waarbij je kunt denken aan van die zinnetjes waar je als kind (wellicht) mee werd doodgegooid, zoals De krolse kat krabt de krullen van de trap en– iets minder kindvriendelijk – Max mixt whiskey in de whiskeymixer. Zeker als je hier op snelheid meerdere keren doorheen probeert te gaan, kom je niet zonder verhaspelingen bij de punt. Daarnaast heb je woorden die an sich lastig uit te spreken zijn, zoals de genomineerden uil en bavarois, en bijvoorbeeld het Engelse Worcestershire. Meteorologisch, echter, is een ‘probleem’ van heel andere orde.
Dit lijkt me geen struikelblok qua uitspraak, maar qua spelling. Hetzelfde geldt voor defibrilleren: zelfs terwijl ik dit woord overtyp, neig ik naar defribi-, defibil-, ... Ook op onzetaal.nl zeggen mensen eerder problemen te hebben met woorden als bibliotheek [bibiotheek], sceptisch [septisch] en przewalskipaard [przwl- tja]. Maar zelfs al weet je donders goed dat bibliotheek met een l is, dan nog kun je daaroverheen razen omdat je niet de tijd neemt om het correct gespeld uit te spreken. Of je houdt simpelweg vast aan wat je als kind dacht te horen. Deze woorden zijn dus niet per definitie moeilijk uitspreekbaar; het is de moeilijke spelling die voor een extra uitdaging zorgt.