Er is een betekenisverschil.
fiool
sierlijk flesje met smalle hals; medicijnflesje
In zijn woedeaanval stortte hij de fiolen van zijn toorn over mij uit.
viool
strijkinstrument; plantje
Hij wil altijd de eerste viool spelen.
Vooral de paarse violen zijn heel mooi.
Fiool wordt nu vooral in figuurlijke betekenis gebruikt, als het al gebruikt wordt. Want de uitdrukking waarin dit woord voorkomt, is sterk verouderd. Het 'strijkinstrument met vier snaren, dat men bespeelt met een strijkstok' komt ook voor in diverse uitdrukkingen, zoals in de eerste viool spelen: 'de voornaamste zijn, de baas zijn'.