De woorden worden door elkaar gebruikt. Toch lijkt er een klein verschil in gebruik.
schoft
gemene vent, gewetenloze kerel
Wat een schoft! Van leerlingen blijf je af!
schurk
gemene vent, gewetenloze kerel
Wat was de naam van die zogenaamde makelaar? Wat een schurk!
Het woord schoft betekent ook nog ‘schouder van een groot dier’ en ‘schuif in een sluis’. En schurk betekent ook ‘wrijfpaal’; vergelijk ook ‘zich aanschurken tegen’. Maar deze kennis helpt ons weinig verder in onze verkenning van het zo kleine verschil tussen deze twee woorden.
Een poging om verschil te maken legt het accent op het systematisch karakter van de ‘gemeenheid’. We kennen wel schurkenstaten maar geen schoftenstaten. Een schurk is altijd een schurk, maar een schoft is iemand die zich incidenteel als een schoft gedraagt. Bij een schurk lijkt het meer te gaan om het karakter, en bij een schoft eerder om het gedrag. Maar deze poging geeft geen overtuigend resultaat. Want iemand kan een schurkenstreek én een schoftenstreek uithalen.
Een betere poging om verschil te maken gaat via gradatie. Vraag maar eens aan iemand wat erger is, een schoft of een schurk. Tien tegen één dat u als antwoord krijgt dat een schoft nog erger is dan een schurk. Soms wordt dan nog gewezen op de verkleinwoorden. Immers, het verkleinwoord schurkje kan soms ook liefkozend worden gebruikt. Maar dit argument klopt niet. Want ook schoffie kan niet-negatief gebruikt worden. Ik zou dan liever de bijvoeglijke naamwoorden als ‘bewijs’ aanvoeren, en zeggen dat schofterig veel erger ‘klinkt’ dan schurkachtig.