De woorden verschillen in betekenis.
melancholie
zwaarmoedigheid
Nooit raakte ik over mijn kinderloosheid heen, altijd dat sluimerende gevoel van melancholie bij het zien van een kinderwagen.
weemoed
lichte droefheid om iets wat voorbij is
Weemoed overviel de toneelspeler toen hij zich voor het laatst liet afschminken.
Beide woorden geven droefheid of somberheid of verdriet weer (ook een verwartrio op mijn wachtlijst). Melancholie betekent letterlijk ‘zwartgalligheid’. In de Klassieke Oudheid dacht men dat het zwarte galsap de oorzaak was van deze gemoedstoestand. Maar zwartgalligheid betekent nu iets anders, namelijk ‘zwartkijkerij’: altijd geneigd de slechte kanten van iets te zien.
Wat een zwartgalligheid zeg! Er zijn toch ook mooie dingen gebeurd. Waarom ben je toch zo bozig-pessimistisch?
In weemoed zien we het woordje ‘wee’ voor pijn of verdriet, dat we kennen in ‘weeklagen’ en ‘heimwee’. Bij weemoed ligt het accent meer op de vergankelijkheid van wat voorbij is. Deze gevoelsaandoening is wat lichter dan melancholie, en kan soms zelfs ‘een zoete pijn’ zijn. Melancholie is een zwaardere gemoedsaandoening, met vaak meer diverse gevoelens veroorzaakt door een droevige kijk op het verleden of een onvervuld verlangen.
Dicht bij melancholie ligt depressie, en dicht bij weemoed nostalgie. Maar er zijn duidelijke verschillen. Depressie is een psychische aandoening, en heel iets anders dan alleen een gemoedstemming. Je hebt dan het idee dat alle grond onder je voeten is weggezonken, en je kunt alleen maar verder door jezelf te dwingen de gewone dingen te blijven doen. In het alledaagse taalgebruik wordt ook wel depressief gebruikt voor somber of droef, maar degenen die echt weet hebben van een depressie, zullen dit zeker afkeuren. Nostalgie betekent: verlangen naar ‘die goede oude tijd’, zoals in Tegenwoordig heb je een speciale nostalgiezender met series als Swiebertje.
Bij melancholie horen twee bijvoeglijke naamwoorden: melancholiek en melancholisch. Soms horen bij de uitgangen -iek en -isch verschillende betekenissen. Zie in het verwarpaar fysiek-fysisch. Maar hier laat onze taal toch echt een kans liggen. Het had zo gemakkelijk gekund: melancholisch voor ‘heel zwaarmoedig’ en melancholiekvoor ‘milde melancholie’. Of eventueel andersom, of desnoods melancholiek alleen bij reünies en melancholisch als bijna-medische term of in de kunst, bijvoorbeeld bij Hopper en Munch. Ik zou het wel weten. Maar onze taal heeft het gewoon niet gedaan! Echt jammer. Voor straf zal wel een van de twee woorden in onbruik raken. Ik vrees melancholiek, en ik denk dat ik dat daarom maar blijf.