De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is soms een klein betekenisverschil.

 

dicht 

niet-open, waar niets in / bij / door kan

 

Hebben we de ramen wel dichtgedaan?


Veel winkels zijn hier tot 13.00 uur dicht.

 

gesloten 

niet-geopend, op slot

 

Hij is zo gesloten als een oester.


Veel winkels zijn hier gesloten, vandaar die nep-etalages.

 

Je zou kunnen zeggen dat gesloten vaak iets definitiever is dan dicht. Misschien komt dat doordat hier het werkwoord ‘sluiten’ wordt opgeroepen. Natuurlijk kan men van een winkel die dicht is ook zeggen dat die gesloten is, vooral als je merkt dat je je in de openingstijden hebt vergist. Maar toch kan het soms handig zijn om het verschil te maken tussen een definitieve sluiting (gesloten) en het dicht zijn buiten de openingstijden. Beide woorden in één zin? De deur zat wel dicht, maar was die ook gesloten? Dat schijnt bij sommige inbraakverzekeringen wel degelijk iets uit te maken.

 

In de uitleg zijn de woorden open en geopend gebruikt. Daarom nu direct ook maar het woordpaar opengeopend. Ja, ook hier eenzelfde soort verschil in sterkte, omdat bij geopend het werkwoord ‘openen’ wordt opgeroepen. Bij open gaat het om ‘niet-dicht’, maar geopend is eerder iets na een handeling van ‘openen’. Vergelijk:

 

Het restaurant is weer open. (na een vals bomalarm)

 

Het restaurant is weer geopend. (met een nieuwe formule)