Er is een klein verschil.
knuist
hand met gekromde vingers
Zo’n mooi beeld, die oer-Holandse polderjongens met schoppen in hun knuisten.
vuist
hand met gesloten vingers
De dokter dacht aan een liesbreuk en zei: “Maakt u eens een vuist en blaas daarop.”
De vingerkromming bij een knuist heeft vaak de associatie van ‘hard’ en ‘sterk’. Maar natuurlijk niet in het verkleinwoord babyknuistjes. Het verschil is het verschil tussen ‘een beetje open’ en ‘helemaal dicht’. Bij een knuist is de hand nog een beetje open. Daarom ook houdt een pijproker zijn pijp niet in zijn vuist, maar in zijn knuist. Bij een vuist is de hand gesloten. Als je de vingers dan nog iets dieper in je handpalm drukt, krijg je een gebalde vuist.
Maar onze taal zou onze taal niet zijn, wanneer hiermee alles gezegd is. Want wij kunnen niet eten met gesloten handen of lachen in gesloten handen. Toch eten wij uit het vuistje en lachen wij in ons vuistje. Of eten wij dan doordat we onze hand laten opengaan? En lachen wij in ons knuistje dat we daarna snel sluiten tot vuistje opdat niemand het merkt? Als dat zo is, blijft het onderscheid ‘open-dicht’ van kracht.